Waarom buitenspelen zo belangrijk is

Uit onderzoek blijkt dat kinderen steeds minder buitenspelen. Vooral in de grote steden. En dat is jammer. Want buitenspelen is erg belangrijk voor kinderen. Omdat ze buiten frisse lucht en vitamine D (nodig voor sterke botten) binnenkrijgen. En voor de algehele ontwikkeling van kinderen.

Waarom buitenspelen zo goed is voor de ontwikkeling ontdek je hieronder. Ook krijg je vijf tips om kinderen nog lekkerder te laten buitenspelen.

Een belangrijk voordeel van buiten: je hebt er veel meer ruimte om te bewegen. Fietsen, steppen, balanceren, ballen, rennen: elke beweging kan je buiten oefenen. Dus gooi de deur open en de spieren los. En het leuke is, dat kan je kind combineren met het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Wat is de sociaal-emotionele ontwikkeling ook alweer? Alle vaardigheden die te maken hebben met sociaal en emoties. Van vrienden maken tot conflicten aan gaan en problemen oplossen. En dat leert je kind door samen te spelen. En buiten kom je veel speelkameraadjes tegen. Dus laat je kind lekker knikkeren, of laat het zijn schepje delen in de zandbak.

Trouwens, die zandbak is helemaal geen zandbak: het is een enorme woestijn. En die schep een graafmachine. Niet? Wel in het hoofd van je kind. De grote buitenwereld is ook een eindeloze prikkeling van de fantasie. En dat maakt het een uitdagende spelomgeving. Bomen kunnen hutten worden. En een losse tak kan van alles zijn.

Een baby die buiten speelt? Ja! Je kan voorgelezen worden over gras. Maar je ervaart het pas als je de sprieten daadwerkelijk voelt kriebelen tegen je handjes. Zo zijn ook zand, zonlicht en regen wonderlijke, nieuwe, zintuiglijke ervaringen die je kind vooral buiten opdoet.

Voor je kind van 1 jaar is alles buiten een ontdekkingstocht. Je bent je er als ouder waarschijnlijk niet meer zo bewust van wat er buiten te beleven valt. Voor je dreumes en peuter is dat anders. Een 'gewoon' rondje buiten lopen is een hele ervaring! De paardenbloemen die veranderen in pluizenbollen, de geur van de berm en de jonge eendjes in het water. Allemaal ervaringen die vragen oproepen bij je kind.

Je bent dus nooit te jong om buiten te spelen. En ook nooit te oud. Ervaar de buitenwereld met je kind mee. Beantwoord zijn vragen. En verbaas je net zo als je kind.

Vijf tips waarmee het buitenspelen nog leuker én leerzamer wordt.

Een goede buitenspeelplek is uitdagend. En nodigt daarmee uit tot verschillende ervaringen en activiteiten. Dus maak er eens wat anders van: geheime plekjes door lakens over de tuin of balkontafel te leggen, bouw huizen van dozen of doe een speurtocht door de buurt.

En hoe uitdagend is de speelplek van je baby? Ga eens op de grond liggen en bekijk de wereld zoals je baby dat doet. Valt er voldoende te beleven? Dit werkt natuurlijk ook binnen.

Tuurlijk: een barbecue in de regen werkt niet. Maar buitenspelen is met zulk soort weer een heel nieuwe ervaring. Alleen al de kleding is anders: laarzen, regenpak en paraplu. Lekker stampen in de plassen. Of vrij spel voor de wind als je het windscherm van de buggy laat zakken.

Wil je kind niet buitenspelen? Waarschijnlijk ligt het niet aan buiten, maar aan het spelmateriaal. Leg het lievelingsspeelgoed buiten neer. Kleuren, puzzelen en spelletjes spelen kan ook prima op het balkon of in de tuin.

De buitenwereld is groot. Spreek met je kind goed af hoe groot je hem maakt. Een tweejarige gaat nog niet alleen op pad. Die hou je in het zicht als hij op zijn driewieler zit. Je vijfjarige kan waarschijnlijk al alleen met een vriendje op het speelpleintje spelen. Neem dan af en toe een kijkje. En spreek af dat je kind echt niet verder dan het pleintje mag. Die afspraken veranderen naarmate je kind ouder wordt. Naar thuiskomen als de lantaarnpalen aangaan tot niet de grote weg oversteken.

Deze tip slaat zowel op lekker naar buiten gaan als op veiligheid. Als jij ook niet te veel binnen hangt, neemt je kind dat over. Een boek lezen of zelfs serie kijken kan prima ook buiten. En wil je je kind veilig laten buitenspelen, geef dan ook het goede voorbeeld. Dus steek niet over voor je goed van links naar rechts naar links hebt gekeken. En benoem wat je ziet (“Kijk, wat een grote vrachtauto” en “Wat rijdt die brommer hard!”). Zo wordt je kind bewust van waar hij of zij op moet letten.

Begint het al te kriebelen? Mooi zo: lekker naar buiten!