Succesverhaal: stop!
Hoe je met een taalachterstand toch goed kan communiceren.
Succesverhaal: stop!
Ruzie om een treinenspel
Tijmen (3) heeft een achterstand in zijn taalontwikkeling. Daarom speelt hij op het Dagprogramma Jonge Kind van gro-up jeugdhulp. Vandaag doet hij zijn favoriete treinenspel. Leeftijdsgenoot Enzo vindt dat ook een leuk spel en wil meedoen. Tijmen speelt liever alleen. Maar hij weet niet hoe hij dit Enzo moet zeggen. De kinderen trekken allebei aan de trein, tot Tijmen uit frustratie een klap uitdeelt.
Frustratie door taalachterstand
“Veel kinderen die naar ons Dagprogramma Jonge Kind komen hebben een achterstand in hun taalontwikkeling”, zegt Priscilla, jeugdhulpverlener bij gro-up. “Zij kunnen daardoor hun behoeften en emoties moeizaam kenbaar maken. Dat leidt vaak tot frustratie. En ze laten soms negatief gedrag zien naar jeugdhulpverleners en groepsgenootjes.”
Priscilla weet dus waar het negatieve gedrag vandaan komt. Maar hoe los je het op? “We leren kinderen andere manieren aan om zich te uiten”, zegt Priscilla. “Denk aan pictogrammen en kleurenmonsters. Daarnaast benoemen we wat we zien en nodigen we ze uit om hulp te vragen. En we koppelen woorden aan een gebaar. Als een kind vindt dat iets te ver gaat zegt hij stop! En maakt het een stopteken met de handen.”
“Stop!”
Drie weken na het ruzietje tussen Tijmen en Enzo is er op de groep een spelmoment. Priscilla ziet Enzo naar Tijmen toelopen en observeert wat er gebeurt. Tijmen speelt weer met het treinenspel. En plots hoort ze: “stop!” Priscilla ziet Tijmen zitten, zijn hand vooruit zoals ze als stopteken hadden afgesproken. Vervolgens komt hij naar mij toe. Hij wil dat Priscilla hem helpt om bij Enzo aan te geven dat hij te ver gaat. Enzo heeft dikke tranen van verdriet omdat hij niet met de trein mag spelen. Maar er is niemand geslagen.
“Dat zijn momenten waar ik blij van wordt”, zegt Priscilla trots. “Je ziet de ontwikkeling van de kinderen voor je ogen. Daar kom je ‘s ochtends je bed voor uit!”