Met Peutergym krijgen we de kleintjes aan het sporten

Het is belangrijk dat je peuter nieuwe woordjes leert, vriendjes maakt en leert om samen te spelen. Dat is allemaal volkomen logisch. Maar beweging zou eigenlijk zeker even belangrijk moeten zijn. Toch is dat nog niet altijd het geval. Thuis niet, maar op de kinderopvang ook niet. Op de kinderopvanglocaties van gro-up brengen we daar verandering in. ‘Het is zo mooi om die kleintjes vol overgave over de grond te zien krioelen.’

Dat Arno Claassens wat met sport wilde doen, wist hij al op jonge leeftijd. Toch leek zijn eerste baan in weinig op zijn rol bij gro-up. ‘Het leger, daar dacht ik tot m'n recht te komen. Als Soldaat Infanterie Luchtmobiel. Maar ik kwam er al snel achter dat ik helemaal niet zat te wachten op uitzendingen.’

Tijdens zijn opleiding Sport en Bewegen kwam hij bij een buitenschoolse opvang (BSO) terecht. Eerst als stagiair, later als vaste kracht. ‘Ik vond het geweldig om die kinderen aan het bewegen te krijgen, maar het is moeilijk rondkomen van die paar uurtjes na schooltijd. Bij gro-up kreeg ik de kans om mijn uren op de BSO te combineren met het geven van Peutergym.’

‘Peutergym is een vast moment voor de kleintjes om lekker te bewegen. We doen echt van alles! We springen, rennen, rollen, klimmen, hangen en balanceren. Het is niet alleen goed voor de kracht en motoriek van kinderen, tijdens de activiteiten is er vaak ook interactie tussen de kinderen. Het sociale aspect speelt dus ook een belangrijke rol.’

‘In de eerste lessen begin ik vaak met dieroefeningen. Daarbij doen we de bewegingen van een bepaald dier na, zoals een egel, een mol of een olifant. Het fijne daaraan is dat het voor de kinderen heel makkelijk te onthouden is. Na een tijdje hoef je alleen maar te zeggen: doe de krokodil! Het is zo mooi om die kleintjes vol overgave over de grond te zien krioelen.’

Naarmate de kinderen ouder worden, worden de oefeningen steeds iets uitdagender. ‘Stap voor stap doen we moeilijkere en grotere activiteiten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een parcours of over banken lopen. Maar veiligheid gaat natuurlijk altijd voor alles. Overal liggen matten, zodat de kinderen een zachte landing maken als ze vallen. En ik ben nooit de enige begeleider, er is altijd een pedagogisch medewerker bij.’

‘Kinderen in Nederland bewegen steeds minder. Vroeger was buitenspelen de norm, nu blijven kinderen vaak binnen. Daar zijn de schermen. De tv’s, de telefoons, de consoles. Ik geloof erin dat je de basis voor het bewegen het beste zo vroeg mogelijk kunt leggen. Als een kind het op deze jonge leeftijd al normaal vindt om lekker veel te bewegen, dan hebben ze daar op latere leeftijd profijt van.’

‘Geef zelf het goede voorbeeld. Als bewegen en dansen in jouw dagelijkse routine zit, gaat je kind je voorbeeld volgen. Zet bijvoorbeeld een liedje of dansje op van juf Roos en doe lekker mee. Dat is leuk voor je kind en leuk voor jou. En hartstikke goed voor je!’